Nieuwsbrief nr. 3 – januari 2007

Van het bestuur

Vol enthousiasme zijn de medewerkers van de Oudheidkamer in het nieuwe jaar weer aan de slag gegaan met het voortzetten van de vorig jaar aangevangen reorganisatie.

Waarom reorganiseren zult u zich afvragen. De reden was dat bij de start van de Oudheidkamer eigen bezit ontbrak en de openingsexpositie bestond uit bruiklenen. Schenkingen waren en zijn nog steeds welkom. Een eigen bezit werd opgebouwd en nam steeds toe, maar de beschikbare opslagruimte groeide niet mee. Door het toetreden van nieuwe medewerkers en de aanschaf van een computer met aanvullende apparatuur, is het mogelijk geworden de inventaris door te nemen, te selecteren en in bestanden op te slaan, waardoor snel een duidelijk overzicht wordt verkregen. De bibliotheek werd als eerste aangepakt, op onderwerp geselecteerd en niet ter zake doende boeken verwijderd. Gewerkt wordt nu aan het archief en de foto’s.

Tijdens de vakantie zijn in de grote expositieruimte wandkasten met schuifdeuren gemaakt, waarin de archiefdozen en landkaarten een plaats vinden en de bovenkant van de kasten voor expositiedoeleinden kan worden benut.

Ook de leestafel in de expositiezaal kreeg een ander aanzien door de verschillende soorten mappen te vervangen door uniforme mappen in dezelfde kleur en beter geselecteerde inhoud.

Doel van dit alles is de Oudheidkamer meer bekendheid te geven en de dienstverlening te verbeteren in de hoop dat men de Oudheidkamer gaat zien als zijnde van ons allemaal. Maar het voornaamste doel is uiteraard de instandhouding van de Oudheidkamer. Om dit te verwezenlijken is ondersteuning nodig, hetzij actief of via donateurschap.

Bram van Hilten, bestuurslid.


Verbannen naar de Oost

In 1740 komt Gijsbert van Vliet als beurtschipper op Rotterdam wonen aan het Rhoonseveer. Gijsbert Ariensz. van Vliet is in Charlois gedoopt op 27 november 1712. Hij is een zoon van Dingen Gijsberts van Vliet en Marijtje Ariensdr. Wijn. Hij trouwt op 2 oktober 1739 in Charlois met Ariaantje Ariensdr. Boender, weduwe van Abraham Leendertsz.van Luijk.

Ariaantje Boender is 26 januari 1704 gedoopt in Zuid-Beijerland en is een dochter van Ary Pietersz. Boender en Rookje Aartsdr. van der Caa.

 

Op 1 februari 1744 koopt Gijsbert van Vliet op een publieke veiling van de erfgenamen van Jacob Krijnen Pons en Aalbertje Aalberts “seeker huis, schuurtje en erve gelegen binnendijks bij het Rhoonseveer”. Belent oost en zuid de dijk, noord Jan Hoogstad en ten westen de heer Ooms als eigenaar en Huijgh Cornelisz. Groenedijk als gebruiker, betaald ƒ 430,–.

Op 8 juni 1748 leent Gijsbert van Vliet 400 gulden van Pieter Sandweg, als zekerheid stelt hij zijn huis op het Rhoonseveer en zijn nieuw gemaakt marktschip.

Gijsbert van Vliet is beurtschipper op Rotterdam en had zo hier en daar nog al eens moeilijkheden. Zo vervoerde hij voor Cornelis Berghout 22 oktober 1749 vier last 8 1/3 zakken zaad die nat geworden waren, schade 169 gulden en 4 stuiver.

 

Onze Gijsbert gedroeg zich zo slecht dat hem zijn veer van Rhoon op Rotterdam werd ontnomen. Daarop vertrok hij met zijn poonschuit uit Rhoon om enige tijd weg te blijven.

Op zondag 17 januari 1751 komt hij weer op het Rhoonseveer in de herberg aldaar, daar zat ook Johannes Hordijk inwoner van de heerlijkheid Rhoon. Om ons onbekende reden werd hij door Gijsbert van Vliet sterk uitgescholden, gedreigd hem te slaan, hem bij zijn borst gevat , vervolgens zijn mes uit zijn zak getrokken en hem hiermee bedreigd.

Gijsbert vertrekt dan weer met zijn schuit om maandag 25 januari 1751 daaraanvolgend weer in de haven van Rhoon te komen. Hij bedreigt daar de door hem ingehuurde schipper, Cornelis Berghout, die met een wagen koren aan kwam rijden en maakte hem uit voor “dronken donder”. De Baljuw werd uitgescholden en opnieuw trok Gijsbert zijn mes. Vervolgens is hij uit vrees voor de justitie weer met zijn schuit vertrokken. 

 

Op zondag 28 februari vaart hij weer binnen, maakt dan ruzie met zijn vrouw, wenst dat zijn huis in brand was en zijn vrouw in de hel lag. Vertrekt dan weer om op 4 maart weer terug te komen, bedreigt dan Pieter Coomans die in het huis van de weduwe Santweg was (Hadewy Pietersdr.’t Hart).

Dan wordt Gijsbert uiteindelijk gevangen genomen en op het kasteel van Rhoon gevangen gezet. Vervolgens wordt op 15, 18 en 23 maart 1751 in het kasteel de Vierschaar gehouden. Tijdens deze zitting blijkt dat Gijsbert ook met een slechte vrouw, zijnde de dochter van Mary Borrets, vleselijk heeft geconverseerd en in Vlaardingen van “een seeckere Sneuck een horloosie” heeft gestolen. De familie van Gijsbert is zijn gedrag kennelijk ook zat want op 7 april 1751 wordt aan de edelvermogende heeren leenmannen van de Vierschaar der Vrije en Hoge Hals Heerlijkheid van Rhoon verzocht door Ariaantje Boender, huisvrouw van Gijsbert van Vliet, Ary van Vliet, broeder en Maarten Bastiaans Pors zijn zwager, om hem bij gelegenheid naar Oost- of West-Indië of andere colonie te sturen.

 

Op 29 mei 1751 is er een extra ordinaire Vierschaar waar de baljuw verklaart “eergisteren te Rotterdam te zijn geweest en de burgemeester aldaar verzocht heeft Gijsbert van Vliet naar Rotterdam te transporteren en in het tuchthuis op te nemen”. Dit wordt Gijsbert voorgelezen en direct daarna wordt hij naar Rotterdam gebracht.

Op 3 juni 1751 worden door Ariaantje Boender haar goederen geadministreerd en vervolgens worden op 26 juni d.a.v. in de herberg aan het Rhoonseveer “2 poonschuiten in 1718 nieuw uitgehaald geveild met deselfs staande want, touwwerk, ankers, zeilen en verder toebehoren”. Koper wordt Hendrik van der Ent voor 1100 gulden.

Op 31 juli verkoopt zij haar huis en erf aan het Rhoonseveer, belent oost en zuid de dijk en ten westen Heer Ooms als eigenaar en Huig Cornelis Groenedijk als gebruiker daarvan (nu Café De Gouden Arend).

Koper wordt Huig Cornelisz. Groenedijk voor 574 gulden. Ook worden dan nog enige zaken betaald, de rendanten hebben betaald aan het tucht- of werkhuis in Rotterdam voor 1 jaar 124 gulden en 14 stuiver, aan Tieleman van Gelder, substituut schout van Rotterdam, zijn verschot en salaris wegens het halen van Gijsbert van Vliet en hem brengen op het Oost-Indische schip Vredesteijn op de rede van Hellevoetsluis, 80 gulden en 1 stuiver. Aan Huig Groenedijk wegens vertering te zijnen huize 10 gulden en 10 stuiver. Dochter Lijntje Abrams van Luijk, huisvrouw van Jan Jansz. Hoogstad, voordochter van Ariaantje Boender, ontvangt 200 gulden.

Zoals hierboven reeds vermeld, is Gijsbert van Vliet naar het schip Vredesteijn gebracht op de rede van Hellevoetsluis. Op 22 mei 1752 vertrekt het met bestemming Batavia. Gijsbert had de rang van Soldaat, na een reis van bijna 7 maanden komt de Vredesteijn op 13 december 1751 in Batavia aan. Gijsbert heeft maar kort vertoefd in de Gordel van Smaragd, reeds op 14 januari 1753 wordt de verbintenis met de V.O.C verbroken, onze Gijsbert is dan overleden.

A. Beukelman, voorzitter.
(Bron Rechterlijk archief Rhoon)


Stamreeks Ariaantje Boender.

 

  1.  Cornelis Adriaensz.Hoeksewegh, alias Boender, geboren ca. 1600, bouwman op de hoeve “Dijkzicht” aan de Middelsluisedijk te Numansdorp, ouderling in Klaaswaal, schepen en armmeester van Cromstrijen, overleden te Numansdorp 17 februari 1658, trouwt met Leendertgen Anthonisdr. van der Coy  (Luchtenburgh), geboren ca. 1605 te Westmaas, overleden 16 juni 1659 te Numansdorp, dochter van Anthonis Dircksz. Luchtenburgh (van der Coy) en Mariken Thonisdr.

    Kinderen, volgorde willekeurig:

    1. Adriaen Cornelisz. Boender
      • Thonis Cornelisz. alias van der Kooy
        • Cornelis Cornelisz. Boender
          • Neeltje Cornelisdr. Boender
            • Maeijken Cornelisdr. Boender
              • Elisabeth Cornelisdr. Boender
                • Pieter Cornelisz. Boender          volgt II
                  • Willem Cornelisz. Boender
                    • Magteltje Cornelisdr. Boender
                      • Aeltge Cornelisdr. Boender

     

    1.  Pieter Cornelisz. Boender geboren ca. 1640, bouwman in den Hitzert, overleden tussen 22  december 1709 en 3 oktober 1710, trouwt 1e 12 maart 1662 te Barendrecht met Areantie Cornelisdr Aen de Wech, gedoopt Oost Barendrecht 30 november 1636, dochter van Cornelis  Laurisz.Aendewegh en Pietertje Cornelisdr.Aendewegh.. Pieter Cornelisz.Boender trouwt 2e Ariaentje Cornelisdr.Loosje, j.d uit Poortugaal, weduwe van Bastiaen Ariensz.Greyn, dochter van Cornelis Cornelisz. Loosje en Neeltje Ariensdr.  

    Kinderen:
    1.   Cornelis Pietersz. Boender gedoopt Numansdorp 10-12-1662.
    2.   Antony Pietersz. Boender  gedoopt Numansdorp   5 mei 1669
    3.   Lena Pietersdr. Boender gedoopt Numansdorp 5 mei 1669.
    4.   Laurens Pietersz. Boender geboren ca 1670
    5.   Ary Pietersz. Boender gedoopt Numansdorp 26 maart 1673  Volgt III.
    6.   Maria Pietersdr. Boender gedoopt Zuid-Beijerland 1 maart 1676.       
          

    1.   Ary Pietersz. Boender gedoopt 26 maart 1673 te Numans-dorp, bouwman te Zuid-Beijerland trouwt 1e 27 april 1694 Neeltje Bastiaensdr. Hoogervest geboren in Zuid-Beijerland, dochter van Bastiaen Cornelisz. Hoogervest en Neeltje Evertsdr. Herweyer, trouwt 2e 28 juli 1697 te Barendrecht Rookje Aertsdr. Van der Caa, gedoopt Barendrecht 26 december 1674, dochter van Aert Bastiaensz. van der Caa en Anneken Ariensdr. Kalis. Rookje hertrouwt na het overlijden van Ary Pietersz. Boender, ondertrouw Mijnsheerenland 23 januari 1706 met Leendert Cornelisz. De Lange.

      Kinderen:
      1.   Ariaentje Pietersdr. Boender gedoopt Zuid-Beijerland 26 januari 1704.  

 

A. Beukelman, voorzitter.  
(Bron fiche collectie Streekarchief Hoeksewaard, Stamreeks Johanna Boender door A.de Jonge 1994)

 

    1. Ariaentje Pietersdr. Boender trouwt 19 mei 1726 te Barendrecht met Abraham Leendertsz. van Luijk jonge man van Catendregt. Na zijn overlijden hertrouwt Ariaentje te Charlois 2 oktober 1739 met Gijsbert Dingensz.van Vliet gedoopt te Charlois 27 november 1712, zoon van Dingen Gijsbertsz. Van Vliet en Marijtje Ariensdr. Wijn. Gijsbert van Vliet overlijdt begin januari 1753 als soldaat bij de V.O.C in Oost-Indië. Ariaentje Boender overlijdt in 1774.  


De familie Van der Poest Clement

Wanneer u de geschiedenis van de laatste twee eeuwen van Poortugaal bestudeert, zult u ongetwijfeld de geslachtsnaam “Van der Poest Clement” nogal eens tegenkomen. Denk alleen maar aan de meest bekende laan in ons dorp, genoemd naar de laatste burgemeester met die naam: Frans van der Poest Clement, geboren in1880 alhier.

Hij volgde in 1910 zijn vader Andries op als burgemeester en was tot 1927 tevens gemeentesecretaris. Daarnaast heeft hij vele jaren zitting gehad in diverse, zeker voor die tijd, belangrijke verenigingsbesturen op sociaal en maatschappelijk gebied, zoals het Burgerlijk Armbestuur, Stichting Drinkwaterleiding en Gasbedrijf, het Groene Kruis, de Vereniging voor Ziekenhuisverpleging, de Coöperatieve Boerenleenbank, Spaarbank Overmaasche Dorpen, Maatschappij tot Nut van het Algemeen, enz. enz. Bijna allemaal verenigingen en/of stichtingen, die voor die tijd toch wel belangrijk waren en waar we het bestaan thans al lang niet meer van weten.

In 1946 legde de burgemeester zijn functie neer en werd hij opgevolgd door burgemeester Breebaart. Frans overleed in 1972 en bereikte dus de hoge leeftijd van 92 jaar.

De “Spijslijst”,die wij hiernaast afbeelden, had betrekking op het 25-jarig huwelijk van de ouders van de bovenomschreven burgervader, Andries van der Poest Clement en Geertruida Pieternella Lebret op 16 november 1901. Zoals u ziet staat het inmiddels verdwenen woonhuis annex kantoor aan de Dorpsstraat ook bovenaan afgebeeld (later o.a. Huize “Ankara” en nog later de Edah supermarkt).

Overigens liegt de “Spijslijst” er niet om: alleen de snijboontjes vallen enigszins uit de toon voor deze tijd.

Izak Konings, penningmeester.


Nieuwe tentoonstelling “Verdwenen buurtsschappen”

Op zaterdag 17 maart is onze nieuwe tentoonstelling “Verdwenen buurtschappen” geopend. De tentoonstelling gaat over verdwenen buurtschappen ten noorden van de Groene Kruisweg, zoals de Tol, het Sluisje, de Groenedijk, de Hil en de Slotschedijk/Slotvalkensteinsedijk.

Onderstaand een korte terugblik op de verschillende buurtschappen, waarover de expositie vertelt.

“De Tol”

“De Tol” bevond zich tot begin 20e eeuw op het punt waar de Reedijk aansloot op de Rijsdijk. Rijsdijk, Reedijk, Schulpweg was de route van Rhoon naar Rotterdam. Direct bij het tolhek was een café, waar voorbijgangers behalve tol betalen, konden rusten en wat eten of drinken. Naast het café was een boerderij. Begin 20e eeuw waren beide gebouwen bewoond door leden van de fam. Dits (foto te zien op de expositie). Rond de tol waren in de loop der tijden woningen gebouwd zodat hier een gehucht ontstond met deze naam. Er waren behalve het café ook een kruidenierswinkeltje, een paar boerderijen en een aantal woonhuizen.

Een anekdote:

De mensen die met hondenkarren hun producten naar de stad brachten, spanden soms vóór de tol hun honden uit en lieten deze los door het tolhek lopen om zo 2 centen uit te sparen. Loslopende honden waren namelijk niet tolplichtig. De baas duwde zelf de kar door de tol, floot daarna de hond en spande hem weer in.

Er waren heel wat mensen in de dorpen rond de stad die hun waren in de stad gingen slijten of naar de markt brachten. Soms gingen ze met een kruiwagen, een hondenkar of, als de zaken goed gingen, met paard en wagen. Ene Piet v.d. Ent uit Rhoon was één van hen. Uit zijn activiteiten groeide later een bodedienst, grossierderij in dranken, transportbedrijf, wat weer later uitgroeide tot een groot verhuisbedrijf.

Een andere v.d. Ent bracht ook waren naar de stad en daaruit groeiden twee kruidenierswinkels en een boerenbedrijf. Uiteindelijk groeide één van de kruidenierszaken uit tot de huidige A.H.-vestiging in Rhoon.

Ene Toon van Overbeek bracht boter en eieren en klompen naar de stad. Hij maakte de klompen zelf met hulp van personeel. Zelf woonde hij op het Rhoonse Veer in Poortugaal. Een andere voorbijganger van de tol was de brandweer uit Rotterdam-Charlois met een brandweerwagen getrokken door paarden. Zij kwamen Rhoon op Tweede Pinksterdag 1905 te hulp bij een grote brand bij de N.H.-kerk. Daar brandde een boerderij af en de kerktoren gedeeltelijk. Ik neem aan dat zij geen tol behoefden te betalen!

Terug naar de “De Tol”. In 1930/’32 werd de Groene Kruisweg aangelegd. De Reedijk verloor toen zijn belangrijke functie, de tol zelf was al eerder opgeheven. Naast de Reedijk lag het vliegveld Waalhaven, dat in 1939/’40 ook als militair vliegveld werd gebruikt. De Duitse bezetters namen dit in mei 1940 over en de Reedijk, evenals het vliegveld zelf, was van ’40 tot ’45 spergebied.

 

Rond 1970 verdween het gehele gehucht “De Tol”, evenals het iets noordelijker gelegen gehucht “Het Sluisje” van de kaart i.v.m. de aanleg van de A15.

Vanuit Rhoon kruiste men op de Reedijk, ca. 100 m. voorbij de tol, het riviertje De Koedood, dat de grens vormde tussen Rhoon en Charlois. Deze grens verviel in 1934 toen Pernis, Hoogvliet en delen van Poortugaal en Rhoon door Rotterdam geannexeerd werden.

De bewoners van een groot deel van de Rijsdijk en Groenedijk werden toen van de één op de andere dag Rotterdammers. Ook een groot deel van Poortugaal-Noord werd toen Rotterdam (de Slotsche- en Slotvalkensteinsedijk, de Hil, Het Weitje van Rondom en de Pernisseweg).

 

“Het Sluisje

Enige honderden meters noordwestelijk van “De Tol” lag nóg een gehucht, t.w. “Het Sluisje”. Waarschijnlijk heeft deze buurtschap haar naam eraan te danken dat er een uitwateringssluis was vanuit de polder “Het binnenland van Rhoon” op de Koedood. In de 20e eeuw stond daar een gemaal, alsmede een zeer oud gebouw, dat het veerhuis genoemd werd. Het werd in 1944 door de Duitse bezetters verbrand, evenals het gemaal en bijbehorend woonhuis en ook het woonhuis van Cornelis Barendregt, directeur van de vlasfabriek. De heer Barendregt en nog zes bewoners van “Het Sluisje” werden gefusilleerd.

Het veerhuis herinnerde er waarschijnlijk aan, dat hier ooit een veer geweest is over de Koedood naar Charlois, voordat er een brug was in de Reedijk. Destijds was de Koedood een grote brede rivierarm. Verder stonden er hier een aantal woningen en één of twee boerderijtjes. Het belangrijkste van “Het Sluisje” was in de 20e eeuw de vlasfabriek, eigendom van een “grote” boer (klein van stuk maar met grote boerderijen, veel land en ook veel kinderen), n.l. Jacob Barendregt. Zijn oudste zoon was in de jaren ’30/’40 directeur-bedrijfsleider van de vlasfabriek. De boerderij van Barendregt stond bij de kruising Kleidijk-Rijsdijk. De boerderij en de vlasfabriek zijn in de 20e eeuw ten minste 2 x afgebrand. Ook zijn er in de nieuwe tentoonstelling foto’s van het oude veerhuis, het gemaal, woningen en diverse gebouwen van de vlasfabriek.

“Slotschedijk”

Ook in Poortugaal-Noord waren dergelijke buurtschappen, al waren die niet zo bekend onder een bepaalde naam, maar de Slotschedijk was wel zo’n buurtschap, waar zelfs een buurtvereniging actief was. Het bekendste punt was “De Halve Maan”, een café aldaar, dat ook wel als plaatsaanduiding werd gebruikt. Café “De Halve Maan” stond aan de verbindingsroute tussen Pernis en Rhoon. De afstand tussen beide dorpen was ca. 5 km., niet zo ver, maar in vroeger tijden toen bijna iedereen zich te voet moest verplaatsen, kon men in het café even rusten en wat drinken. Het was ongeveer halfweg tussen Rhoon en Pernis. Het café had een uithangbord, waarop stond:

“Vriend blijft een weinig staan – rust wat in de Halve Maan”.

Dat vriendinnen misschien ook wat zouden lusten, kwam toen nog niet in de mensen op. In de jaren vijftig is het café gesloten bij gebrek aan klandizie, de route Pernis-Rhoon had haar belang verloren, er kwamen andere middelen van transport en andere wegen, zoals de Vondelingenweg, de Groene Kruisweg en nog later de A15, de metro enz. Ook werd een groot deel van de omgeving omgevormd tot haven- en industriegebied.

Het belangrijkste van deze buurtschap is natuurlijk geweest dat hier ooit het kasteel “Valckesteyn” gestaan heeft, dat echter al in 1826 werd afgebroken, en wel zo grondig dat daar niets meer van te vinden is. Er zijn nog funderingsresten van twee torens in de grond (niet zichtbaar, behalve op foto’s). Er is op deze plek puin en andere troep gestort en de plek is door struikgewas en wilde bramen overwoekerd. Wèl zijn er in de loop van de 20e eeuw enkele malen opgravingen in de omgeving gedaan, die een flink aantal bodemvondsten, zoals kruiken, een dolk en andere gebruiksvoorwerpen uit de 14e/17e eeuw hebben opgeleverd. Een deel van deze voorwerpen is te zien in de Oudheidkamer. De namen Slotschedijk en Slotvalkensteinsedijk herinneren nog aan het kasteel. Verder trof men ook in deze buurtschap enige boerderijen (o.a. Groeneveld “kakelverse eideren”), veel tuindersbedrijven en een flink aantal woningen aan, gesitueerd in lintbebouwing langs de dijken.

“De Hil” of “Hilleweg”

De Hil of Hilleweg was een weg die lag tussen de Jachtdijk en Hofdijk (nu Ring genaamd) in Pernis. Hij viel ook binnen het in 1934 door Rotterdam geannexeerde gebied en heette vanaf dat moment Tijkenweg (genoemd naar Pieter Johan Tijken, één van de latere bewoners van kasteel “Valckesteyn”) omdat men in Rotterdam al straten had met Hil of Hille erin. Vóór de annexatie was de Hilleweg de grens tussen Poortugaal en Pernis, aan de Poortugaalse kant bebouwd met een aantal boerderijen en boerenarbeiders-woningen. De grens lag verder langs de Groene Strienwaalscheweg overgaand in de Platte Driedijk, richting Hoogvliet en kruiste daarbij de Pernisseweg-Sluisjesweg, later burgemeester Van Esstraat want ook Sluisjes had men in Rotterdam al (Sluisjesdijk). De kruising van deze wegen was niet een simpel kruis, maar de wegen waren rondom een terrein in het midden gelegd, dat noemde men “Het Weitje van Rondom”. Tot 1934 behoorde het Weitje tot de gemeente Poortugaal.

Roelof Dubel, bestuurslid.


Telefoonlijst van Poortugaal uit 1939

Onderstaand ziet u een telefoonlijst uit 1939. Er is inmiddels dus wel wat veranderd!


De Oudheidkamer blijft vernieuwen  

 

Voordat de expositie “Weer naar school” werd opgebouwd, zijn de lage kasten aan één van de lange wanden van de expositieruimte van de Oudheidkamer, afgebroken. Daarvoor in de plaats zijn door ons bestuurslid Roelof Dubel, met hulp van onze medewerker Jan van Rossum, mooie hogere kasten getimmerd. De op de kasten tentoongestelde artikelen staan nu wat hoger en dat is veel prettiger voor de bezoekers. Bovendien hebben wij er weer wat extra bergruimte bij gekregen. Roelof en Jan, hartelijk dank, het was een heel goed idee.

 

Hartelijk dank
Nadat eerdergenoemde kasten waren getimmerd en in de grondverf gezet, heeft de heer Jan Walgaard de kasten geheel belangeloos vakkundig bewerkt zodat de kasten er nu bijna uitzien als echt eikenhout. Het resultaat is prachtig geworden. Een woord van dank aan de heer Walgaard is dan ook op zijn plaats!

Nieuwsbrief nr 3 – januari 2007