| Functie: |
Woonhuis |
| Omschrijving: |
Pand dat iets in de gevelwand terugligt t.o.v. aangrenzende panden, bestaande uit begane grond en dakverdieping. De voorgevel is een lijstgevel met entreeportiek. |
| Gevels: |
Grauwe baksteen in kruisverband. Rollaag ter afsluiting van de plint, die ter hoogte van de vensters een knik maakt en onderlangs de vensters doorloopt. Segmentbogen boven entreeportiek en vensters. Oranje geglazuurde bakstenen lekdorpels. Hoofdgestel met fries van decoratief metselwerk en houten gootlijst, die rust op gesneden gootklossen. |
| Vensters/deuren: |
Twee schuiframen met segmentvormige bovenkant. Een venster met gekoppeld kozijn en twee schuiframen met segmentvormige bovenkant. Originele entreedeur met panelen, ruitje en bovenlicht. |
| Dak: |
Mansardedak met gesmoorde kruispannen. Dire dakkapellen, waarvan buitenste twee aangekapt zijn. Deze hebben openslaand raam met horizontale roede en 3-ruits roedenverdeling erboven. Middelste dakkapel heeft twee openslaande ramen met 6-ruits bovenlichten. |
| Bijz./bijgeb. hek: |
Muurtje langs straat met tussen de pijlers een ijzeren buis. |
| Motivatie: |
Vrij gaaf. Karakteristiek voor periode. Beeldbepalend voor dorpsbeeld. |
| Bouwjaar: |
ca. 1915. |
