Nieuwsbrief nr. 16 – augustus 2013

16.1 25 jaar Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal

Reeds lang leefde bij een aantal mensen de wens  om een oudheidkamer op te richten  om zo het verleden van de beide dorpen  te bewaren.

De heren A. van Hilten, C. Cense, R. Dubel, C. Zevenbergen,  K. van Pelt  en J.A. Keppel namen het initiatief en vormden het eerste bestuur. Op de vergadering van 20 oktober 1988 ten huize van de heer  Cense te Rhoon werd de heer Van Hilten benoemd tot voorzitter en de heer Cense tot secretaris, aangevuld met de heer I. Konings als penningmeester.

Na  vele gesprekken  met de gemeente Albrandswaard kreeg men de beschikking over de bovenste verdieping van het oude raadhuis in Poortugaal. Ook werd van de gemeente een eenmalige subsidie verkregen die nodig was voor de inrichting van de expositieruimten.

Veel werk is er in die beginperiode verzet en op zaterdag 17 december 1988 werd door burgemeester J.E. Temminck de eerste tentoonstelling geopend. De Oudheidkamer was ingericht met voorwerpen en een boeiende collectie foto’s uit het eigen bezit van de initiatiefnemers.

Nu, 25 jaar later, prijzen wij ons gelukkig  dat van de toenmalige initiatiefnemers er nog steeds vier mensen actief zijn in de Oudheidkamer,  te weten Bram van Hilten, Izak Konings,  Roelof, Dubel en Kor van Pelt. Van hun grote expertise en de prachtige fotocollectie van Kor van Pelt wordt  steeds een dankbaar gebruik gemaakt.

De nieuwe tentoonstelling, die van start gaat op zaterdag 7 september a.s. staat dan ook geheel in het teken van ons 25-jarig bestaan.

De Oudheidkamer heeft zich in de afgelopen 25 jaar een plaats veroverd in onze gemeente, wat blijkt uit de grote belangstelling voor onze  exposities, diavoorstellingen etc.  Ook worden b.v. diavoorstellingen gegeven in de  beide verzorgingshuizen en kunnen groepen op verzoek een bezoek aan de tentoonstellingen brengen buiten de normale openstellingsuren.

Het bestuur ziet de toekomst van de Oudheidkamer dan ook met  vertrouwen tegemoet. We zijn onze donateurs dankbaar dat zij het mogelijk maken dat we zonder gemeentelijke subsidie onze zaken goed op orde hebben zodat het voortbestaan van de Oudheidkamer niet in het geding is.

Mochten er al  wensen bij het bestuur leven, dan is een uitbreiding van het aantal donateurs  er een van. Ik doe van deze plaats dan ook een beroep op u, meld u aan als donateur!   

 

A Beukelman, voorzitter.

 


16.2 Zwerftocht van een foto

 

Floor Barendregt uit Rhoon vierde 4 juni 2011 zijn 75e verjaardag. Een onderdeel van het feest was een bezoek aan de Oudheidkamer in Poortugaal met al z´n gasten, familie en vrienden.

Bij die gelegenheid vertelde hij mij, dat hij een aantal in zeer slechte staat verkerende fotoalbums van zijn ouders had geërfd, waarvoor eigenlijk niemand belangstelling had. Hij vroeg mij of hij de Oudheidkamer blij kon maken met de foto’s uit deze albums.

Daar kan men ons inderdaad blij mee maken!

Enige tijd later ging ik de foto’s bij de heer Barendregt ophalen. Hij vertelde mij zoveel mogelijk wie de gefotografeerde personen waren.

 

Er was één foto bij waarvan hij zei: “daar weet ik absoluut niet van wie dat zijn.” “Maar dat weet ik wel”, zei ik, “dat is mijn tante Mina uit Pernis met drie vriendinnen.”

Hoe komt een foto van mijn tante Willemina Hoogendorp uit Pernis, gefotografeerd ca. 1912, een honderd jaar later terecht bij Floor Barendregt uit Rhoon?

Mijn tante, geboren in 1887 te Pernis en daar overleden in 1987, oudste zuster van mijn moeder, is ca. 1912 gefotografeerd met drie vriendinnen, n.l. Neeltje van Gelder, Willemien van Gelder en Jans Biert, allen Pernisse jongedochters, zoals dergelijke jonge vrouwen in die tijd wel genoemd werden.

 

Nu waren de zusters Van Gelder familie van Bas Bouman uit Rhoon, die van oorsprong ook uit Pernis stamde. In 1851 nam Tobias Bouman uit Pernis als jongeman, in Rhoon een timmermansbedrijf over en vestigde zich daar; hij werd dus de stichter van de Rhoonse tak van de familie Bouman uit Pernis.

 

Willemien van Gelder, die nooit gehuwd is, evenmin trouwens als mijn tante Mina, ging vaak bij de familie Bouman in Rhoon logeren. Zij was dan een heel eind van huis, wel 5 à 6 km.; men sprong toen niet even in de auto en was dan in 10 minuten in Pernis, zoals nu. Er waren nog niet eens auto’s in een dorp en een fiets had ze waarschijnlijk ook niet, ze kon misschien niet eens fietsen. Dus schreef ze ansichtkaarten naar haar familie en vriendinnen uit het verre Rhoon, o.a. ook aan mijn moeder – ik heb er daar nog een paar van (geërfd).

 

De oudste dochter van Bas Bouman, kleindochter van genoemde Tobias, Wilhelmina – geboren in 1900 (zoon Floor zei: let op, het is Wilhelmina en geen Willemina) huwde met Wouter Barendregt Jakobzn. Het vijfde kind uit dit huwelijk is zoon Floris, bezitter van de bewuste foto. Willemien van Gelder heeft waarschijnlijk de foto van haarzelf met vriendinnen aan haar familie in Rhoon gegeven. Daarna is hij via moeder Wilhelmina en zoon Floor uiteindelijk in mijn bezit gekomen.

 

Roelof Dubel, bestuurslid.

 


16.3 1813-2013 Tweehonderd jaar Koninkrijk der Nederlanden

 

Nadat Napoleon in 1813 was verslagen werd Europa door de overwinnaars heringericht en werd Nederland op 20 november 1813 een zelfstandige staat: Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden. Aanvankelijk betrof het hier alleen de noordelijke Nederlanden. In 1814 werden de noordelijke en zuidelijke Nederlanden met elkaar verenigd en koning Willem I werd Koning der Nederlanden. Dit duurde tot 1830 toen België zich door de Belgische Revolutie van het Koninkrijk afscheidde.

In de Oudheidkamer kunt u de portretten zien van de koningen en koninginnen van 1813 tot heden en een aantal oude prenten, die betrekking hebben op het koninkrijk en het koningshuis.

De recente troonswisseling is door een groot deel van de Nederlanders enthousiast gevolgd. Hoe het in 1813 was kunnen we in de dagboeken van Vermaat lezen.

 

november 1813:

“Den 18 kwam er een algemeen gerugt dat Holland geheel en al van de Fransenbroeders verlost werden en daar kwaamen enkelde personen met Oranje linten op hunne hoeden uyt Rotterdam.”

“Den 19 deed ik, omdat ik zag dat er veelen met oranje liepen, ook een strik om mijn hoed, want zien lopen doet lopen. Des middags zagen wy de vlag op den Rotterdamse dom zetten. In de steden en op de dorpen was al wat Frans gezind leek ontruymd. Des namiddags kwam ieder met een strik uyt Rotterdam naar Poortugaal en zy riepen Hoezee, Vivat, Oranje boven. De mensen waren alle of zy nieuwe mensen waren. Daarop kwam egter tyding uyt de stad dat er afgelezen was voor ‘t stadhuys dat er geen oproer mogt gemaakt worden op straffe van den dood.

December 1813
“Den 1 december Prins Willem van Oranje in Den Haag gekomen met ontzettend veel vreugde en gejuyg Vivat Oranje Boven.”
“Den 9 is Prins Willem den eersten te Rotterdam binnengehaald door de bijlmannetjes en de Rusise hoezaren en hy is toen uytgeroepen voor souvereyn Koning van Holland.”

 

 

Annie van der Veen, secretaris.

Bron: Wikipedia/De Kronijken van Vermaat

 


16.4 Huijs te Pendrecht, Dorpsdijk 11 te  Rhoon.

Het Huijs te Pendrecht, thans bekend als “Het Wapen van Rhoon”, is ca. 1625 gebouwd door Daniël Marot in opdracht van Pieter VII, heer van Rhoon en Pendrecht, getrouwd met Geertruid de Huijter. Hij liet het bouwen voor zijn dochter Jacobina van Rhoon. Jacobina verkoos echter, net als haar twee broers, om in het klooster in te treden.

 

“Het Wapen van Rhoon” in 1937

 

Na het faillissement van zijn zoon Pieter VIII, wordt op 19 november 1683 namens de crediteuren van Pieter VIII het Huijs te Pendrecht met erf, singel en boomgaard, verkocht aan de schout van Rhoon Sebastiaan van der Coux voor 3.475 gulden.

Vervolgens wordt in 1689 Johan Kruijt voor 3.750 gulden eigenaar.

 

Zijn weduwe Maria Margarieta van der Vlies verkoopt op 2 april 1703 het Huijs te Pendrecht aan mr. Cornelis Pelletier voor 4.250 gulden.

In april 1704 laat Cornelis Pelletier door Ary Jansz. Langstraeten en Cornelis Jacobsz. van den Berg een nieuwe vijver delven.

Na zijn overlijden hertrouwt zijn weduwe Geertruida van Schie met Pieter Pietersz. Feteris, rentmeester, dijkgraaf van de Portlandse- en Zegenpolder. Na haar overlijden hertrouwt Pieter met Adriana Loosje, weduwe van Jacob Rodenburg en dochter van Bastiaan Cornelisz. Loosje, bouwman aan de Jachtdijk.

Als Pieter Feteris overlijdt op 20 januari 1755 komt Adriana Loosje in het bezit van het herenhuis. In haar testament benoemt ze haar neef Robbrecht, zoon van zus Hillegond Loosje, voor 2/3 part tot haar erfgenaam, het andere derde part wordt toebedeeld aan haar vriend Isaac Tromer. Na haar overlijden in 1759 komt Isaac Tromer, baljuw, schout, secretaris en rentmeester van de Heerlijkheid Rhoon, in bezit van het Huijs te Pendrecht.

Vervolgens komt zoon Jacob Tromer, rentmeester van graaf Bentinck, baljuw en notaris te Rhoon, in het bezit. Na zijn overlijden in 1811 blijft de boedel onverdeeld, zoon Vincent Ferdinand Tromer, notaris en maire van Rhoon, is de bewoner.

 

Op 6 maart 1817 wordt in opdracht van Vincent Ferdinand een publieke veiling en verkoop gehouden van: een kapitaal groot herenhuis genaamd het Huijs te Pendrecht, met stal, koetshuis en 600 roe boomgaard. Het huis bestaande uit 5 benedenkamers waarvan 2 behangen, een keuken, zes bovenkamers en een zolder over het gehele huis. Het kantoor staande in het voorhuis is eigendom van Jan  Gielen en is niet in de koop inbegrepen. Jan Gielen is de stamvader van de Rhoonse en Poortugaalse Gielens. Koper wordt dominee Ludovicus Vogelensank.

Dominee Vogelensank verkoopt het een jaar later op 9 oktober 1818 aan een consortium bestaande uit: Cornelis Ary Dekker, bouwman, Matheus Marinus Schepman, schout en secretaris van Rhoon, Klaas Cornelis de Koning, bouwman, Jacob de Koning, bouwman, Floris Kleinjan, bouwman en Ary Bastiaansz. Fonkert, bouwman, elk voor 1/6 deel voor de som van 3100 gulden. Een gedeelte van het huis wordt dan verhuurd als herberg.

Herbergier is  Leendert van Gelder.  Hij vertrekt mei 1830 naar de Molendijk, alwaar hij in 1831 overlijdt.

Ary van Gelder volgt hem op als herbergier in wat dan genaamd wordt Het Wapen van Rhoon.

Op 26 oktober 1831 verkopen de erfgenamen van Ary de Koning hun 1/6 deel in het Huijs te Pendrecht aan Cornelis Ary Dekker.

Op 29 december 1832 is er een ruiling tussen Anthony van Hoboken en Cornelis Ary Dekker

Cornelis Ary Dekker wordt eigenaar van de Hoge Stee aan de Rijsdijk en Anthony van Hoboken wordt voor 3/6 deel eigenaar van het Huijs te Pendrecht. Ary Cornelis Dekker 1/6 deel aangekomen van Ludovicus Vogelensank, 1/6 deel van de erve Ary Fonkert, 1/6 deel uit de boedel van Floris Kleinjan. Ary Cornelis Dekker moet 544 gulden bijbetalen. Het andere 3/6 deel koopt Anthony van Hoboken van burgemeester Schepman en Jacob en Cornelis de Koning.

Op 1 mei 1840 pacht Jacobus Tromer, zoon van Vincent Ferdinand, de herberg.

 

Johannes Martinus Sieters, afkomstig uit Schoonhoven, wordt in 1854 herbergier in het Wapen van Rhoon. Op 10 mei 1876  wordt Jan van Straaten uit Spijkenisse logementhouder en herbergier in het Wapen van Rhoon. Hij is getrouwd met Neeltje van der Laan, weduwe van Pieter van der Schee, logementhouder in Spijkenisse. Als Jan van Straaten in 1887 overlijdt, blijft Neeltje van der Laan tot 1902 herbergierster. Zij wordt opgevolgd door zoon Boudewijn van der Schee, getrouwd met Anna Adriana Groenenboom, dochter van Fop Goenenboom en Cornelia van Noordt. Zij overlijdt op 30 mei 1909. Boudewijn heeft dit verlies kennelijk niet kunnen verwerken, hij overlijdt op 9 februari 1910 te Rhoon onder tragische omstandigheden.

Op 5 mei 1910 komt Cornelis Holleman uit Fijnaart als herbergier in het Wapen van Rhoon. Cornelis Holleman overlijdt 27 januari 1924.

Dan komt de welbekende Pieter Johannes van der Hilt, afkomstig uit Charlois, naar Rhoon.

Na zijn overlijden wordt begin jaren 50 Henk Evers kastelein, hij wordt in 1979 opgevolgd door zoon Henk Evers jr.

In 2003 komt café het Wapen van Rhoon in bezit van Ad Janssen, uitbater van het restaurant Het Kasteel van Rhoon. Het wordt vervolgens Brasserie Het Wapen van Rhoon.

 

Arie Beukelman, voorzitter.


Voetbal in Poortugaal (deel 2)

 

Het seizoen 1932/33 leverde voor het eerste elftal hetzelfde resultaat als het voorafgaande jaar: wéér eindigde “Poortugaal I” op de eerste plaats en dus weer kampioen!

In september 1933 werd de heer T.v.d. Schee (postkantoorhouder) benoemd tot erelid van de vereniging.

Het seizoen 1933/34 was bijzonder succesvol voor de eerste 3 elftallen: alle 3 werden ze kampioen! Groot was in die dagen de kracht van de vereniging; het ledental steeg sterk en het aantal bezoekers aan de wedstrijden werd steeds groter.

Jammer dat het toen almachtige Rotterdam roet in het eten gooide. Die gemeente moest uitgebreid worden en zodoende werd mèt de gemeenten Pernis en Hoogvliet, ook een klein gedeelte van Poortugaal geannexeerd. En daar lag juist het terrein waar de voetbalvereniging speelde (de Oostdorpseweg)! Het geschikte ogenblik was nu dus gekomen om uit te zien naar een nieuw terrein, dat ook dichter bij  het centrum van het dorp lag. Gevonden werd dit in een stuk bouwland aan de Albrandswaardseweg. Bij het verlaten van het oude terrein werd de heer Jac. Schaberg, vanwege het steeds maar gratis afstaan van een weide, benoemd tot erelid. Achteraf bekeken had men nooit een betere keus kunnen maken, want later bleek dat zelfs onder de meest ongunstige weersomstandigheden, het terrein bespeelbaar was. Bovendien lag het voetbalveld nu in de onmiddellijke nabijheid van het dorp. Met man en macht werd er gewerkt door de leden in prachtige samenwerking om het nieuwe terrein zo goed mogelijk in orde te maken.

Het hele kleedlokaal werd op één wagen er naar toe gereden!

Het werd een drukke zomer voor verschillende leden in 1934!

De metselaars in de vereniging maakten bijv. de wasgelegenheid, terwijl burgemeester F. v.d. Poest Clement de aanleg van de watervoorziening schonk. Er verrees een aardig hek, dat toegang gaf tot het terrein; banken kwamen langs het speelveld ten gerieve van de toeschouwers.

 

Zo naderde de 28e juli 1934, één van de hoogtepunten van de vereniging. Het was een onvergetelijk moment toen voorzitter A. v.d. Poest Clement de openingsrede uitsprak, waarna zijn vader (F. v.d. Poest Clement) door het doorknippen van het lint de officiële opening verrichtte.

Poortugaal I trad aan tegen een Feyenoord-combinatie onder aanvoering van Puck van Heel, de bekende aanvoerder van het Nederlands elftal. Na afloop verenigden allen zich in een gezellig samenzijn in Café “Het Wapen van Poortugaal”.

Ook werden vanaf 1935 toneeluitvoeringen georganiseerd, welke van zulk een gehalte waren, dat bij de plaatsbesprekingen bijna veldslagen geleverd werden om een plaats te krijgen!

Dit jaar bracht weer enkele veranderingen op het terrein: er kwam een kantine en een hoognodige omheining van het speelveld; tevens kwam er een terreinmeester! Uiterlijk bezien dus een flinke bloeiende vereniging met ± 60 leden en 170 donateurs, maar innerlijk viel het, zoals in iedere vereniging wel eens voorkomt, niet mee.

Begin 1936 was er zelfs geen geld in kas! Dat verbeterde gelukkig weer dankzij de goede toneeluitvoeringen (!) ook voor andere verenigingen gespeeld.

 

 

Het eerste elftal werd in 1939 kampioen!

In 1937 vonden de eerste zgn. indoortrainingen plaats o.l.v. trainer Wasserval, een prima trainer, die de leden veel bijbracht en in het seizoen 1937/38 het 1e elftal het kampioenschap bezorgde.

 

Maar Wereldoorlog II kwam eraan met noodcompetities en in het seizoen 1944/45 werden er geen competitiewedstrijden meer gespeeld, tot eindelijk in mei 1945 de boel weer ging draaien. Maar hierover te zijner tijd misschien nog wat meer.

 

Izak Konings, bestuurslid.


16.6 Onverwacht bezoek in Oudheidkamer

 

Op donderdag 27 juni  jl. bracht burgemeester H. Wagner van Albrands-waard een  onverwacht bezoek aan de Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal. 

 

Vlak voor de vakantiesluiting bekeek hij de expositie “Watersnood 1953”, waar voorzitter Arie Beukelman  hem rondleidde en zo nodig een toelichting gaf bij de vele foto’s. Het was een prettige informele manier om kennis met elkaar te maken, waarbij de voorzitter de hoop uitsprak de burgemeester nog vele malen in de Oudheidkamer te mogen ontvangen.

 


16.7 Oudheidkamer timmert digitaal aan de weg 

Ga eens kijken op Het Sluisje of op de Dorpsdijk in Rhoon of in de Dorpsstraat en F. van der Poest Clementlaan in Poortugaal.

Met deze aansporing op de startpagina van de website van de Oudheidkamer (www.oudheidkamerrhoonpoortugaal.nl) introduceren wij de mogelijkheid om de genoemde straten digitaal te bezoeken.

Het project begon in 2009 met  het inventariseren van de panden aan de Dorpsdijk. Van alle panden is een foto gemaakt. Daarna is met behulp van foto’s in ons archief en het menselijk geheugen geconstrueerd hoe de situatie rond 1940 was; wie de bewoners van de verschillende huizen waren en welke winkels er waren. Dit alles is op papier gezet en in de kast verdwenen.

Vervolgens kwam er een inwoners- en beroepenlijst uit 1924 in ons bezit. Het adres werd toen weergegeven door middel van een letter en een cijfer, dus b.v. A28. Waar was dat? Door uit te gaan van de bekende panden, zoals het kasteel en boerderijen konden een aantal adressen worden vastgesteld. Alleen, sinds 1924 is de situatie op sommige plaatsen ingrijpend gewijzigd.

Toch jammer dat deze gegevens niet voor iedereen beschikbaar zijn. Misschien iets voor de website?

Na enige gepuzzel is dit het geworden:
U ziet de Dorpsdijk van noord (boven) naar zuid met aansluitende zijstraten/wegen. De huizen met de huisnummers zijn weergegeven met een pictogram van een huis (vrijstaand, 2 of meer aaneen), net zoals kerk, kasteel, postkantoor, café en andere voorzieningen.

Door op het pictogram te klikken verschijnt er een pagina met foto’s van vroeger en nu en de informatie over de verschillende panden die ons ter beschikking staat. Als we het kunnen reconstrueren is de bewoner in 1924 vermeld en uit het geheugen de bewoner uit 1940. Uit privacyoverwegingen willen we het hierbij houden, tenzij het openbare voorzieningen zijn.

Rhoon – Dorpsdijk

 

 

Vroeger

Huidige
situatie

 

 

Huidige
situatie

Vroeger

 

 

 

 

 

1-3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUD-RHOONSEDIJK

 

 

 

5

 

 

MOLEN ’t HERT

 

2

7

 

 

 

 

4

9
11

 

 

 

 

 

 

13
15

 

 

 

Wij zijn ervan overtuigd dat er nog veel meer kennis en foto’s onder de mensen aanwezig is. Daarom vragen we u: Heeft u foto’s of informatie, ook over de jaren 1950-2000, meld en mail het ons. Het is voor de Oudheidkamer van de toekomst.

Natuurlijk is het niet bij de Dorpsdijk in Rhoon gebleven. In Poortugaal is hetzelfde gedaan met de F. van der Poest Clementlaan en de Dorpsstraat. Ook daar hebben we graag meer informatie en foto’s over de periode 1950-2000.

Overigens zijn wij niet zeker of alle informatie die op de website staat juist is. Vindt u onjuistheden, mail of meld het ons dan.

 

Annie van der Veen-Groenenboom, secretaris.


 16.8 De Zantel

 

Hoeveel mensen in de gemeente Albrandswaard zullen weten dat wij twee straten hebben die Zantelweg heten, en nog minder zullen weten waar die naam vandaan komt.

 

In Poortugaal-dorp ligt de Lange Zantelweg en in Rhoon de Zantelweg zonder toevoeging, die overigens ook nog voor een deel in Poortugaal ligt of lag.

Sterker nog, er was vroeger, vóór 1960, nog een derde Zantelweg, ook in Poortugaal-dorp: de Korte Zantelweg; hij lag in het verlengde van de Lange-, tussen de Albrandswaardseweg en het Wiel, waartegen hij doodliep. Voor het grootste deel was het een onverharde landweg, afgesloten met een hek, maar vooraan stonden er toch twee huizen en die zijn er nu nog, staande aan de Waalstraat, die daar nu ligt.

 

 

De Korte Zantelweg in Poortugaal ca. 1960. Het hek met (knot)es stond dwars over de weg op de plaats waar nu het huis van Arie Beukelman staat (Waalstraat 28).Het pand rechts werd destijds bewoond door de  families A. Robbe en A. Heijstek

Waar komen al die Zantelwegen vandaan?

 

Toen Poortugaal en Rhoon in 1985 werden samengevoegd tot één gemeente, heeft het toenmalige gemeentebestuur bedacht de nieuwe gemeente Albrandswaard te noemen, een zeer goede keuze. Ooit lagen er n.l. op het grondgebied van onze gemeente drie plaatsen: Rhoon, Poortugaal en Albrandswaard. Nu kennen we nog de polder Albrandswaard, die eigenlijk tussen Rhoon en Poortugaal in ligt, maar lang geleden een zelfstandige heerlijkheid was. Ook Rhoon was een heerlijkheid en Poortugaal was een deel van het gebied van de graven van Putten, die in Geervliet zetelden. Poortugaal maakte deel uit van wat in de 14e eeuw heette “Putten over de Maas”, bestaande uit Poortugaal, Pernis en Hoogvliet.

 

Oorspronkelijk was Albrandswaard een zand- of slikplaat, die aan alle zijden door water omgeven werd, aan de zuidzijde door de Maas en aan de andere zijden door een kreek, die de naam Zantel zou krijgen. In 1411 ging men die plaat bedijken en ontstond de polder Albrandswaard, een eiland. Men denkt dat toen, zowel bij het Rhoonse Veer als bij dorp Poortugaal de kreek is afgesloten, die rond het eiland lag. Het is niet bekend of deze voormalige kreek toen de naam Zantel gekregen heeft.

 

Ook wat de naam Zantel betekent, weet ik niet, maar het is frappant dat de grond van de polder Albrandswaard zanderig is, klei gemengd met zand, en dat zulke grond “zavel” genoemd wordt, daar zit dus klankverwantschap in: zand-zavel-zantel.

 

Een dorpskern heeft Albrandswaard nooit gehad, er was enige bebouwing, woonhuizen en misschien een paar boerderijtjes nabij het Rhoonse Veer en evenzo aan de dijk nabij Poortugaal.

Vóór 1950 waren er nog enige waterpartijen te vinden, die overblijfselen waren van de Zantel, de havens van Rhoon en Poortugaal. De Rhoonse haven was de verbinding van de Zantel met de Oude Maas, de Poortugaalse haven kwam uit in het Poortugaalse gat, dat op zijn beurt in de Oude Maas uitmondde.

In 1570 brak de Albrandswaardsedijk door, waarbij het Wiel in Poortugaal ontstond, dat was ter plaatse van de aansluiting van de Zantel op de haven. Het is heel goed mogelijk dat de daar aanwezige duiker, daar een rol bij heeft gespeeld. Met de watersnood in 1953 is dat ook op verschillende plaatsen gebeurd, o.a. in de Schenkeldijk in Rhoon.

Na 1570 liep de Zantel dus via het Wiel. Ook de zgn. Oude haven kwam in het Wiel uit, deze lag oostelijk van de Kikkerstraat en het laatste stuk van de Dorpsstraat tot de haven, die sinds 1965 ook een oude, niet meer gebruikte, haven is nadat hij na de watersnood door de nieuwe waterkering is afgesloten.

Binnendijks waren/zijn er nog wat kenmerken, o.a. waterpartijen, te zien van de Zantel. Het tracé van de Zantel lag langs de Korte- en Lange Zantelweg, het Rooimanspad, aan de zuidelijke kant van de Oranje Nassaulaan Rhoon, verder achter de Werckershoeve (Werkersdijk), dan aan de westelijke zijde van de Waalstraat (de Rhoonse) eerst achter de bebouwing.

Wat dichter bij het Rhoonse Veer ligt er een brede sloot, bijna direct langs de straat, die een restant is van de Zantel (vroeger ± voor 1950 werd dit de Vishoek genoemd), vandaar rechtdoorgaande kruiste hij de Rhoonse Zantelweg en koerste op de Rhoonse haven af, waarmee hij dus oorspronkelijk, vóór 1411, één geheel vormde.

 

Op de gemeentelijke plattegrond van 2013 is te zien dat het gedeelte vanaf de Schroeder van der Kolklaan tot de Rhoonse Zantelweg nog als water is aangegeven; het is een brede sloot, het laatst zichtbare overblijfsel van de Zantel.

 

Van dijken langs de Zantel in de polder Albrandswaard is nu niets meer terug te vinden. Die zullen er ooit toch wel geweest zijn, zij het dat het in vergelijking met de huidige dijken op deltahoogte, maar nietige kades geweest zullen zijn.

De Albrandswaardsedijk was natuurlijk wel een onderdeel van de polder, maar is in de loop der tijden steeds opgehoogd tot de hoogwaardige slaperdijk die hij nu nog is en heeft zijn nut in 1953 nog zeer duidelijk bewezen.

Aan de buitenkant van de Zantel, om het zo maar te noemen, zijn de voormalige waterkeringen nog goed waar te nemen.

Vanaf het Rhoonse Veer, de Dorpsdijk, eerst tot de Tijsjesdijk in oostelijke richting gaande, dan verder noordwaarts tot de Werkersdijk, die daar verder de Zantel volgde tot de Oud Rhoonsedijk, verder de Kruisdijk, dan de Van der Poest Clementlaan (vroeger Molendijk) overgaande in de Dorpsstraat, die via een scherpe hoek uitkomt bij de Welhoeksedijk/Albrandswaardsedijk.

Na de doorbraak in 1570 heeft men een nieuwe dijkaansluiting gemaakt tussen de Welhoeksedijk via wat wij nu als de Dorpsstraat kennen, naar de dijk die nu F. van der Poest Clementlaan heet. Vóór de bouw van het complex waarin nu o.a. de PLUS gevestigd is, kon men nog een deel zien van de dijk van vóór 1570, het Waalslop.

Dat de Zantel ooit toch een behoorlijke rivierarm is geweest, kan men nog zien aan de breedte van de strook land tussen de Kruisdijk en het Rooimanspad, dat ongeveer de breedte van de Zantel geweest kan zijn.

 

Ds. T.A. van der Vlies, N.H. predikant in Poortugaal tussen 1909 en 1940, deed voor zijn plezier oudheidkundig onderzoek naar de historie van Poortugaal en Rhoon. Toen hij eens in Rhoon een lezing gaf over dit onderwerp, vertelde hij o.m. dat er ongeveer bij de kruising Dorpsdijk/Werkersdijk ooit een veerdienst geweest was. Iemand uit het publiek begreep daar niets van en riep: “Er is hier niet eens water”. Hij kon zich kennelijk geen voorstelling maken van de veranderingen die zich in de loop der eeuwen in het landschap kunnen voltrekken.

Er zijn zelfs twee mogelijkheden:

1.       een veertje naar Albrandswaard, dat immers een eiland was;

2.       een veer of beurtschip via de Zantel naar b.v. Oud-Beijerland, dat natuurlijk wel voor die Zantel afgedamd was.

Ook moet het mogelijk geweest zijn om per schip van Rhoon naar Poortugaal te reizen, binnendoor zal ik maar zeggen, via de Zantel.

Het hele deltagebied was trouwens zo’n 800 jaar geleden doorsneden met talloze kreken. Alleen in het huidige eiland IJsselmonde waren er behalve de Zantel nog veel meer: het Hoogvlietse- en Poortugaalse gat, de Koedood, de Waal (tussen Heerjansdam en Hendrik-Ido-Amacht), de Devel bij Zwijndrecht en ook Ridderkerk ontstond aan zo’n kreek. Verder waren er nog talloze kleinere kreken.

Bijna alle dijken werden op stroomruggen langs zo’n kreek aangelegd. In Poortugaal was  er ooit ook nog De Breede Vliet in de omgeving van de huidige N.H. kerk. En b.v. midden in de Zegenpolder in Rhoon is nog duidelijk de kronkeling van een kreek te zien.

 

De Zantel is intussen, zoals ook de meeste andere kreken, nauwelijks meer terug te vinden. Hij is verzand en verland van rivierarm tot kreek, tot vliet, tot wetering, tot sloot, tot slootje en ten laatste voor een groot deel gevuld en geëgaliseerd.

Al deze namen van de steeds geringer wordende Zantel komen op verschillende oude kaarten voor.

 

Roelof Dubel, bestuurslid.

 

Van de redactie

 

De artikelen die in onze Nieuwsbrief worden geplaatst zijn vaak gebaseerd op informatie die wij van anderen ontvangen. Het kan altijd zijn dat daarin onbedoeld onjuistheden of onzorgvuldigheden voorkomen. In een dergelijk geval zouden wij het prettig vinden dat u ons daarvan op de hoogte stelt, dan kunnen wij e.e.a. aanpassen. Uw ideeën en suggesties zijn dan ook van harte welkom!

 

Nieuwsbrief nr 16 – augustus 2013