Nieuwsbrief nr. 5 – januari 2008

5.1 Van het bestuur.

Twee jaar geleden kon ik gebruik maken van de VUT. Voor me lag een zee van vrije tijd. Gelukkig heb ik een brede interesse, maar er was toch nog tijd over voor iets anders. Mijn keuze viel op de Oudheidkamer . Voorzichtig gevraagd of ik me daar nuttig kon maken en dat viel positief uit.

Bij nadere kennismaking met de bemanning en de collectie was ik verrast door de kennis en het enthousiasme van de medewerkers. Mij viel de vacante post van secretaris toe. Al snel was duidelijk dat er zonder computer niet goed gewerkt kon worden, dus stemden de overige leden van het bestuur in met de aanschaf van een computer, waar we van Rabobank Midden-IJsselmonde een subsidie voor ontvingen.

De computer is onontbeerlijk voor een secretaris voor het schrijven van brieven, maken van verslagen, enz. Maar hij wordt ook gebruikt voor het scannen en registreren van de foto’s die in ons bezit zijn, of waar bezoekers mee langs komen en waarvan we een kopietje in onze collectie mogen opnemen. Voor het beschrijven van de foto’s wordt graag gebruik gemaakt van de kennis van Rhoon en Poortugaal van onze bestuurleden Arie Beukelman , Roelof Dubel en Izak Konings .

De digitale foto’s, waarvan er vele afkomstig zijn van Kor van Pelt , zijn gebruikt om fotoseries te maken. Om deze fotoseries te kunnen laten zien hadden we een beamer nodig. Deze is inmiddels aangeschaft (eigenlijk zoeken we hiervoor nog een sponsor). Op 27 oktober jl. hebben we die voor het eerst gebruikt bij onze fotopresentatie, waarvoor veel belangstelling was.

De nieuwsbrief is ook zo’n uitvloeisel van de computer. In samenspraak met de redactie zorgt Coby Kranenburg voor samenstelling en uitvoering. Voor een bijdrage van de lezers aan onze nieuwsbrief houden wij ons van harte aanbevolen.

De website ( www.oudheidkamerrhoonpoortugaal.nl ) was ook niet mogelijk zonder computer.   Zo kunnen de bezoekers van de site kennis maken met de Oudheidkamer . Wekelijks wordt de site geactualiseerd, de foto van de week kan worden bekeken en de nieuwsbrieven kunnen worden gedownload. Suggesties over verbetering of aanvulling horen wij graag van de lezers c.q. bezoekers van onze site.

De collectie van de Oudheidkamer , die alle jaren van het bestaan van de Oudheidkamer door Bram van Hilten met pen en papier is bijgehouden, staat nu op de computer. Bram is samen van Jan van Rossum nu bezig om het systeem van opbergen te verbeteren, wat het opzoeken en terugzetten van de artikelen alleen nog maar eenvoudiger maakt.

Met Lien Barendregt is de bibliotheek uitgedund en gesystematiseerd. Zij is nog steeds bezig om alle dozen met papier uit te zoeken, te rubriceren en systematisch op te bergen. Kom eens langs in de bibliotheek en kijk eens wat we allemaal ter beschikking hebben. Dat brengt me bij de mappen, die ter inzage in de grote zaal liggen. André Los heeft ze in een nieuw jasje gestoken en een inhoudsopgave gemaakt, waardoor de bezoeker gericht kan zoeken in de boeken.

Het laatste jaar hebben we twee nieuwe medewerkers kunnen begroeten: Mieke Nab, die zich op het opruimen en sorteren heeft gestort en Wim Kranenburg uit Rhoon, die zich bezighoudt met genealogie. Heeft u vragen op dit gebied, dan kunt zich daarvoor wenden tot hem en totArie Beukelman .

De computer is een prachtig hulpmiddel, maar zonder de kennis en inzet van de medewerkers kunnen we niet.

Annie van der Veen -Groenenboom, secretaris.


5.2 Nieuwe tentoonstelling

Direct na de inrichting en opening van een tentoonstelling, wordt de blik al weer gericht op de volgende tentoonstelling. Allereerst wordt aan alle medewerkers gevraagd om ideeën voor de nieuwe expositie aan te dragen. Uit deze suggesties wordt dan een thema gekozen. Daarna wordt bekeken of de Oudheidkamer zelf genoeg materiaal heeft voor de inrichting of dat we daarbij assistentie van anderen nodig hebben. Dit traject is ook gevolgd bij de tentoonstelling, die op zaterdag 3 februari a.s. van start gaat.

Het thema is mode of klederdracht vanaf ca. 1900. Op de fotoborden kunt u allerlei foto’s bekijken van voornamelijk inwoners van Rhoon en Poortugaal, waarbij het accent dus ligt op de kleding die de mensen dragen. Het gaat dan om werkkleding, dagelijkse kleding en feestelijke kleding.

 

In de vitrines kunt u allerlei accessoires, die met mode te maken hebben, bewonderen. Zo zullen er hoeden en tassen te zien zijn, maar ook spiegeltjes, kammen, parfumflesjes, sieraden en poederdozen.Onze eigen collectie was in dit geval niet toereikend. Gelukkig hebben wij mevrouw T. van der Ven bereid gevonden ons te helpen bij de inrichting. U zult dan ook een groot aantal artikelen zien uit haar collectie.

De tentoonstelling geeft een mooi beeld van de kleding en accessoires van vroeger en nu.

Als titel is gekozen voor “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…”

Op de foto ziet u haar aan het werk bij een eerdere tentoonstelling.
Op het moment dat bij u Nieuwsbrief nr. 5 in de bus valt, zijn wij nog druk bezig met het uitruimen van de tentoonstelling “In Holland staat een huis”. Alle gebruikte artikelen worden weer netjes opgeborgen, waarbij in de computer wordt geregistreerd waar de artikelen zijn opgeborgen zodat deze weer gemakkelijk terug te vinden zijn. Daarna worden artikelen voor de nieuwe tentoonstelling gesorteerd. Ook worden dan de foto’s uitgezocht, opgeplakt en van onderschriften voorzien.
Zoals u ziet gaat er nog heel wat werk vooraf aan de opening van een nieuwe tentoonstelling.
Foto,  gemaakt bij de opening van een eerdere tentoonstelling, waarbij  burgemeester H. Bergmann de website van de Oudheidkamer in werking zette.

We nodigen u van harte uit een bezoek te brengen aan de nieuwe expositie.

Tot ziens op zaterdag 2 februari om 14.00 uur!

Coby Kranenburg , medewerkster Oudheidkamer  

(Foto’s: Kor van Pelt )


5.3 Keuvels of krullenmutsen

Klederdracht was eeuwenlangs iets vanzelfsprekends op de Zuidhollandse eilanden, zowel voor rijk als voor arm. De minder bedeelde mensen bezaten niet veel aan gouden sieraden of juwelen, en niet altijd waren de krullen van goud.

 

Vaak waren het zilveren krullen die met goud waren overtrokken en ook koperen krullen kwamen voor. Het standsverschil was groot en dat kwam vooral in de kleding tot uiting. Dat bleek o.a. uit:         de breedte van de kantstrook van de keuvel;

         de kwaliteit van de kantstrook;
         het aantal slagen of windingen van de gouden krullen;
         de grootte van de sierspelden;
         de kwaliteit van de halskettingen.

Vanaf 1900 begon het dragen van klederdracht, en dus ook van keuvels, in verval te raken. Na 1920 trad een grote versombering in.In de dracht overheerste nu het zwart, dat eerder voornamelijk werd gebruikt voor rouwkleding. Het kwam maar heel weinig voor dat vrouwen die een keuvel droegen, gekleed waren in bijvoorbeeld bruin of donkerblauw.

In ons foto-archief zijn o.a. veel foto’s van bejaardenreizen, waarop nog verschillende vrouwen voorkomen die een keuvel dragen. Inderdaad waren deze mensen altijd in het zwart gekleed.

In de nieuwe expositie zal ook aandacht aan de keuvels worden besteed. De Oudheidkamer is in het bezit van een behoorlijk aantal prachtige keuvels, die voor de tentoonstelling speciaal zullen worden opgeknapt. Daarbij krijgen we gelukkig hulp van mevr. R. Hulzebos, die heel veel van de keuvels afweet. Komt u eens een kijkje nemen. U kunt zich vast ook nog wel iemand in uw familie herinneren, die een keuvel droeg.

Coby Kranenburg ,

Medewerkster Oudheidkamer  


5.4 De Smidse te Poortugaal  
Dorpsstraat (Welhoeksedijk en Molenweg)
 

De smid was in een dorpsgemeenschap een erg belangrijk persoon. Hij voorzag de boeren van gereedschappen, zoals ploegen, harken etc, besloeg de paarden en was tevens kachelsmid. Smid is na landbouwer en herder het oudste beroep in de wereld. Tubal-Kaïn, de zoon van Lamech en Zilla, is de vader van de smeden, allen, die koper en ijzer bewerken (Genesis 4:1-22). Vaak hing er in de oudheid rond de smid een waas van geheimzinnigheid en was de smeedkunst vooral bij Kelten en Germanen hoog ontwikkeld. De Romeinen hadden een speciale god voor de smidkunst, Vulcanus genaamd. De patroonheilige van de smeden is Sint Eloy, zijn gedenkdag is 1 december.

In de tijd van de gilden was er bij de smedengilden een reeks van specialisaties zoals wapensmid, harnasmaker, kachelsmid en nog heel veel andere. Tegenwoordig is de algemene smid zoals wij die kenden, bijna geheel verdwenen. Dit heeft zich begin jaren zestig van de vorige eeuw ingezet. Met de landbouwmechanisatie is zijn taak overgenomen door machinefabrieken. Alleen de hoefsmid is vrijwel onveranderd gebleven, al vindt het beslaan meestal niet meer plaats in de travaille (hoefstal). 

De ouderen onder ons zullen zich de smid nog goed herinneren. De schroeilucht als hij het hete hoefijzer op de hoef van het paard aanbracht en het hamerklinken op het aambeeld. Menig schooljongen kwam te laat in de klas omdat hij te lang bleef kijken als de smid bij het vuur bezig was het ijzer te verhitten om het daarna in de gewenste vorm te smeden.    

Henri Bakels heeft aan de smid een gedicht gewijd:

“De Dorpssmidse“
Hieme, hieme, hieme, hieme,
Over velden, over wegen, ’t hoog  en machtig hamerklinken van de smidse uit het dorp.
Boeren die de koeien melken, maaiers die het gras verslaan,
Moolnaar uit de molen tredend, hondgebas van verre hoeven,
Kinderstemmen zomerblij en de hamer van de smidse hoog en helder uit het dorp,
Hieme, hieme, hieme, hieme.

De eerst bekende smid in Poortugaal is begin 1600  Arien Claesz. Hij had zijn smederij met travaille (hoefstal) op de Dorpsstraat, schuin tegenover de bibliotheek, naast de huidige kapsalon en de voormalige bakkerij van Snijders.

Op 24 september 1644 verkoopt Arie Claesz., smid, aan Leendert Jacobsz. Porre, smid, huis en erf met de smidswinkel en alle smidsgereedschappen, behalve het aambeeld. De smederij is belent aan de oostzijde het huis en erf van de erfgenamen Bartholomeus van der Swan, aan de westzijde Jan Jansz. Marquis, wolwever, huis genaamd de “Spaanse Kap “ (voorheen winkel Cees van der Pols, nu kapsalon), belast met 4 capoenen, waarvoor betaald wordt 6 stuiver en 2 stuiver sitgeld. Totaal voor 1000 carolus gulden van 20 stuiver het stuk. Arie Cornelis Clootwijk is herbergier in het tegenover gelegen pand naast de bibliotheek,  destijds genaamd  Herberg “Cromstrijen” of ook “De Vergulde Wagen”. Leendert Jacobsz. Porre (Pors) was getrouwd met Neelge Jansdr.

Willem Jansz. Barnaris is de volgende smid in Poortugaal. Hij is getrouwd met Jannetje Cornelisdr. Tempelaar. Op 16 mei 1683 maken Leendert Jacobsz. Pors en Willem Jansz. Barnaris een contract dat de muur van de kamer van Leendert Pors en Willem Jansz. Barnaris zijn kamer, zij beiden vanaf heden half en half moeten onderhouden.  

Leendert Pors mag een deur in zijn kamer maken om daardoor over de plaats van Willem Jansz. Barnaris te gaan naar zijn huis. Willem Jansz. Barnaris mag het secreet (w.c) van Leendert Pors gebruiken. Het overlijden van Willem Jansz. Barnaris  wordt aangegeven op 6 augustus 1716.      

Zoon Symon Willemsz. Barnaris volgt zijn vader op als smid. Hij ondertrouwt 21 november 1729 in Poortugaal met Hendrikje Aartsdr. van Strien uit Hoogvliet. Symon Barnaris overlijdt, aangegeven 19 november 1755 in Poortugaal.

Op 6 januari 1756 verkoopt Jannetje Tempelaar aan haar schoondochter Hendrikje van Strien, weduwe van Symon Barnaris, een huis met smidswinkel en erve en alle gereedschappen, ijzer en kolen. Belent oost Claas Struijk, bakker.

Op 6 januari 1757 verkoopt Hendrikje van Strien aan Govert Schilperoort, huis, smidswinkel met erve en travaille (hoefstal op de Dorpsstraat) en nog een huis en smidswinkel in Hoogvliet aan de Noordzijdsedijk, onder conditie dat dochter Neeltje Barnaris het gebruik en vrije bewoning van de kamer waar zij tegenwoordig in woont en de zolder daarboven, haar leven lang zonder enige last of reparatie mag hebben. Neeltje overlijdt ongehuwd 18 juni 1783.

Govert Teunisz. Schilperoort is op 14 januari 1757 getrouwd met Jannetje Barnaris, de dochter van Symon en Hendrikje. Govert Schilperoort zijn overlijden wordt aangegeven door zijn zwager Jan Ruijseveld op 17 november 1785. Jannetje Barnaris hertrouwt 7 december 1788 in Poortugaal met Willem Pelster, geboren in Bickeraad in het graafschap aldaar. Willem Pelster is tot zijn overlijden, aangegeven 22 maart 1809, smid in Poortugaal.

Op 29 september 1811 koopt Johan Wilhelm Zickenheiner, smidsknecht bij Willem Pelster, van zijn weduwe Jannetje Barnaris, de smidswinkel. Johan Wilhelm Zickenheiner is geboren in Wenau, Duitsland, zoon van Georg Marty Zickenheiner en Maria Sophia Ligtendellert. Hij trouwt 2 november 1810 voor het gerecht van Albrandswaard met Maartje Boudewijnsdr. Vermaat, weduwe van Krijn Broer. Johan Wilhelm Zickenheiner overlijdt 17 oktober 1859, Maartje Vermaat is 28 januari 1854 overleden.                                   

Op 11 september 1840 koopt Cornelis van der Sijs de smederij, huis, erf en hoefstal. Hij is geboren 5 juli 1808 in Barendrecht, zoon van Adrianus van der Sijs en Hilletje van Gent. Hij  trouwt 1 december 1833 in Poortugaal met Maria Zickenheiner, dochter van de smid.

Na haar overlijden hertrouwt Cornelis op 17 september 1840 in Poortugaal met Neeltje de Koning, dochter van Klaas Cornelis de Koning en Willemijntje Bakker. Cornelis trouwt de derde maal 12 mei 1848 in Mijnsheerenland met Lijntje Rietveld, geboren in 1823, dochter van Pieter Rietveld en Willempje Vernee. Smidsknecht bij Cornelis van der Sijs is Cornelis Kok, hij komt in 1853 naar Poortugaal.

Cornelis Kok koopt 21 mei 1863 een pand aan de zuidzijde van de Dorpsstraat een vestigt zich als zelfstandig hoefsmid. Cornelis van der Sijs overlijdt 18 oktober 1881 en Lijntje Rietveld 13 mei 1883, beiden in Poortugaal. Op 4 juli 1883 verkopen de erfgenamen de smederij met woonhuis en erf aan de timmerman Jan Huibrecht Vermaat en zo komt er een einde aan de eeuwenoude smidse. Het pand wordt omgebouwd tot drie woonhuizen. Thans is hier een administratiekantoor gevestigd. In de smederij verder in de Dorpsstraat nr. 60 (nu is hier een dierenspeciaalzaak gevestigd) begint Cornelis Kok dus een smidse. Meer dan een eeuw lang had hier de chirurgijn van Poortugaal gewoond. In 1755 komt Willem Bartijn uit Brielle als chirurgijn naar Poortugaal. Vervolgens koopt Johannes van Bullinger,  mr. chirurgijn, in 1782 het pand. Na zijn overlijden op 15 september 1802 koopt Bernardus Lengkeek het pand, zijnde een “sterck welgelegen huis met erve en stallinge”. Bernardus Lengkeek, chirurgijn, zoon van Ary Lengkeek, chirurgijn te Rhoon, en Ariaantje Braat, is getrouwd op 13 oktober 1802 te Rhoon met Jaapje Kleine Japhetsdr. uit Roozand.

Op 21 mei 1863 verkoopt zijn zoon Ary Lengkeek, geneesheer, heelmeester en verloskundige te Rhoon, het huis, erve en tuin.  Het wordt geannonceerd als: “Een Heerenhuis, waarin beneden 4 kamers, meest alle behangen, ruime zolder, kelder, keuken, annex koetshuis, open plaats en daaraan gelegen tuin beplant met exquise vruchtboomen en heesters”. Het huis wordt afgeslagen door Johannes de Koning, bouwman aan de Kerkstraat, voor Cornelis Kok, hoefsmidbediende bij Cornelis van der Sijs.

Cornelis Kok richt het pand in als smederij. Hij is 3 januari 1830 geboren in Ouderkerk aan den IJssel als zoon van Johannes Kok en Elisabeth Rijkaart. Hij trouwt in Poortugaal op13 oktober 1855 met Johanna Vermaat, geboren 19 januari 1833, dochter van Ary Vermaat en Neeltje Vermaat. Cornelis Kok overlijdt 10 januari 1892.

Zoon Johannes Kok, geboren 25 april 1856, volgt zijn vader op. Hij is een bekende smid, uitvinder van de wijd en zijd vermaarde Koksploeg. Hij trouwt 17 mei 1895 in Poortugaal met zijn buurmeisje Aagje Vermaat, geboren 23 maart 1876 in Poortugaal, dochter van Klaas Vermaat Annaszoon (“Groote Klaas”) en Pietertje van der Waal. Johannes Kok overlijdt 9 juni 1914 in Poortugaal.  

Op 16 april 1914 komt Bastiaan Gohres, telg uit een bekende smedenfamilie, naar Poortugaal. Hij is 5 januari 1887 geboren in Mijnsheerenland en trouwt 30 juli 1914 in Oud- Beijerland met Niesje Hollaar, geboren 1892, dochter van Gerrit Hollaar en Kommertje Lodder.

Op 14 en 21 november 1928 is er t.o.v. notaris Van Trigt in “Het Wapen van Poortugaal en Albrandswaard” een veiling en afslag van een pand aan de Dorpsstraat 60 en 62 ingericht als woonhuis, smederij, schuur en erf, waarin ruim 50 jaren een grof- en hoefsmederij uitgeoefend is, benevens de aanwezige smidsgereedschappen, tevens een winkelhuis tegenover de smidse, te aanvaarden 2 januari 1929. Bastiaan Gohres vertrekt naar Mijnsheerenland, hij overlijdt daar 3 juli 1944, Niesje Hollaar overlijdt 29 november 1938 in Warnsveld.

Cornelis van Nugteren komt op 26 oktober 1930 uit Spijkenisse als smid naar Poortugaal, hij is 10 mei 1904 in Rockanje geboren en getrouwd met Teuntje Cornelia v.d. Linden, geboren 18 april 1911 in Rotterdam. Smidsknecht bij Cornelis van Nugteren is Doede Jaarsma, geb. 22 april   1911 in Tjerkgaast, Friesland. Cornelis van Nugteren laat aan de Albrandswaardsedijk een rij huizen (zes) bouwen. In één ervan, nl. nr.60, gaat hij in 1933 wonen, Doede Jaarsma vertrekt dan naar Sint Nicolaasga.    

 

Op 20 december 1933 komt Marten Mons uit Ede naar Poortugaal en vestigt zich als smid. Hij is 19 december 1905 in Harderwijk geboren, als zoon van een visserman. Hij trouwt 4 oktober 1934 in Ooltgensplaat met Francina van Ree, geboren 18 april 1908 in Ooltgensplaat. Marten Mons was smidsknecht in Ooltgensplaat bij smid Kamp. Marten Mons is hier tot 1966 smid. Hij is de laatste smid van Poortugaal en overlijdt in november 1968. In de voormalige smederij vestigt zoon Tinus een winkel in luxe- en huishoudelijke artikelen.    

Er was nog een tweede smid in Poortugaal. Op 3 mei 1919 vraagt Bastiaan van Kempen vergunning tot het stichten van een smederij en op 3 april 1920 komt hij naar Poortugaal. Zijn smederij is aan de Welhoeksedijk. Op 9 april 1924 is de aanbesteding van een nieuw te bouwen huis aan de Welhoeksedijk, Bas Kemp, zoals hij genoemd wordt, woont daar met zijn zus en een neef. Zijn zus trouwt later met Zachariasse en woont in huize Flora aan de Albrandswaardsedijk

Bastiaan van Kempen is 14 augustus 1886 in Puttershoek geboren, zoon van Gerrit van Kempen, smid in Ooltgensplaat en later in Rhoon, en Hendrika de Kreek. Uiteindelijk waren twee smeden kennelijk te veel van het goede en gaat hij failliet. Hij gaat dan wonen aan de Kerkstraat no. 12, een gedeelte van het huis van de wagenmakers In ’t Veld.  Op 20 juli 1934 vraagt Bas Kemp toestemming tot uitoefening van een smederij in een plaatijzeren loods. Dit werd niet zondermeer toegestaan, er moest een officiële aanvraag met tekening ingediend worden. Op 2 oktober 1934 verzoekt Bas Kemp hem krachtens de hinderwet vergunning te verlenen tot het oprichten van een grof-, hoef- en kachelsmederij op een perceel  weiland van Gerrit Vermaat aan de Molenweg. De tekening was gemaakt door Eldert. J. Verhoeff. Bijzonder is dat niemand bij de ter inzage gelegde plannen gebruik maakte van die gelegenheid om bezwaar te maken (kom daar vandaag de dag maar eens om!)

Er wordt van plaatijzer een loods van 12 bij 6 meter neergezet. Bij binnenkomst is links de hoefstal, in het middengedeelte de werkplaats met smidsvuur en rechts het woongedeelte annex slaapplaats. Bas Kemp woont en werkt hier tot zijn overlijden in 1944.  

Arie Beukelman , voorzitter.       


5.5 Bij het overlijden van Harry Degen, het verhaal bij een oude foto 

In NRC/Handelsblad van 30 juni 2007 trof mij de rouwadvertentie van Henricus Antonius Arnoldus Degen, oud-directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die kort daarvoor de leeftijd van 92 jaar had bereikt. De annonce viel mij op, omdat ik op 13 augustus 2005 in zijn woning in Den Haag uitvoerig met hem heb mogen spreken.

 

i(n het kader van mijn onderzoek naar de politieke en bestuurlijke geschiedenis van de voormalige gemeente Rhoon had ik namelijk enige tijd daarvoor, via onze fotograaf Kor van Pelt , een groepsfoto in handen gekregen. Van de weduwe van Jo Bouman leerde ik de namen van de twee voor mij nog onbekende jongemannen. Links op de foto stond P.H. van Driel, naast C.L. Visser en J.C. van Es stond H.A.A. Degen, en rechts daarvan J.J. Bouman.   

V.l.n.r. P.H. v. Driel, C.L. Visser, J.C. van Es, H.A.A. Degen en  J.J. Bouman.  

De foto bleek gemaakt op 1 april 1939 ter gelegenheid van het 25-jarig secretarisjubileum van de heer J.C. van Es en was genomen in de tuin van ‘Het Wapen van Rhoon’ met op de achtergrond gebouw ‘Irene’.

Het is een historische foto met de voltallige personele bezetting van de gemeentesecretarie in de periode 1937/1938.

Jan Cornelis van Es was burgemeester/gemeentesecretaris, Cornelis Leendert Visser eerste ambtenaar ter secretarie en gemeenteontvanger, Piet van Driel tweede ambtenaar en Harry Degen en Jo Bouman beiden voluntair. Harry Degen was in 2005 de oudste nog levende ‘ambtenaar’ van de  gemeente Rhoon uit de vooroorlogse periode. Op die mooie zomerdag ruim 65 jaar later heeft hij mij, zonder een enkele hapering, zijn herinneringen uit die jaren verteld.

‘Voluntair was een uitvinding uit de crisistijd om mensen toch werk- en beroepservaring op te laten doen, zonder dat zij daarvoor salaris kregen. Ik was op voorspraak van mijn vader, die destijds hoofd was van de agrarische sector van Maasoord, van 1931 tot 1934 al voluntair geweest op de gemeentesecretarie van Poortugaal. Daarna was ik van 1934 tot 1937 klerk op de secretarie in Nijmegen, waar ik al snel vast liep. Omdat ik daar geen plaats op een andere afdeling kon krijgen, ben ik weer thuis gekomen. Wederom door de contacten van mijn vader, nu met de burgemeester van Rhoon, werd ik opnieuw voluntair. Hier werd ik verantwoordelijk voor de steunregeling werklozen en deed verder alle voorkomende werkzaamheden, zoals begrotingswijzigingen en het opstellen van de gemeentebegroting 1938. Na een klein jaar heb ik gesolliciteerd op een advertentie voor commies in Vlaardingen-Ambacht. Mede dankzij een contact van burgemeester Van Es heb ik deze baan gekregen. Mijn nieuwe gemeente had destijds al 8.000 inwoners en is later samengevoegd met Vlaardingen. Ik heb daar tot 1945 gewerkt en ben daarna naar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in Den Haag gegaan. Hier ben ik later directeur algemene en juridische zaken geworden.’

Harry Degen kon vanwege zijn ervaringen in zowel Poortugaal als Rhoon ook een vergelijking maken van de werkwijzen op de beide secretarieën. In Poortugaal -waar toen Frans van der Poest Clement burgemeester en Klaas van Es gemeentesecretaris was- bleek men vooruitstrevend. ‘In de dertiger jaren werden in Poortugaal al raadsbesluiten gemaakt. Klaas van Es was dan ook moderner dan zijn collega en naamgenoot in Rhoon.’

De hulp van burgemeester Van Es is, volgens Harry Degen, ‘van beslissende invloed geweest op het vervolg van mijn ambtelijke carrière’. Hun eerste ontmoeting vond plaats in juni 1937. In de aanstellingsbrief van 21 juni 1937 schreef de burgemeester ‘Ik hoop van harte dat Ge van hier meer succes zult hebben in Uw verdere loopbaan. Kan ik U daarbij terzijde staan, dan ben ik daartoe gaarne bereid. Met goeden wil en volharding kan er veel bereikt worden.’

Harry Degen was de enige persoon, die mij nog uit eigen ervaring heeft kunnen vertellen over de persoon en functioneren van burgemeester/gemeentesecretaris Jan Cornelis van Es. Deze laatste had er blijkbaar plezier in om jonge, ambitieuze ambtenaren te zien groeien. ‘Bij sollicitaties vroeg Van Es altijd aan anderen ‘is het een goede jongen’. Hij gaf jonge ambtenaren al snel eigen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld door hen brieven te laten concipiëren, waarna hij de steller opbouwend commentaar gaf. Van Es was geen strenge man, niet veeleisend, maar hij was wel heel precies, de kas moest kloppen! Het was een vriendelijke, eerlijke en gedreven burgemeester, een typische  burgemeester van een kleine gemeente (‘de gemeente was alles voor hem’). Van Es gedroeg zich tegenover de ambtenaren niet als een burgemeester, hij kwam regelmatig naar de kamer van de ambtenaren en voluntairs om een praatje te maken.

De burgemeester onderhield ook na hun vertrek een goede verstandhouding met zijn ‘jonge ambtenaren’ en was zichtbaar trots op hun mooie carrières.’ Zo werd: Jo Bouman directiesecretaris van de VNG, Ad Cok gemeentesecretaris van Barendrecht, Jan Maas gemeentesecretaris van Herwijnen (het geboortedorp van Jan van Es), Bas Visser jr. chef Bureau Overlijden van de gemeente Rotterdam, Cornelis Leendert Visser gemeentesecretaris van Rhoon, maar de absolute top was toch voor Harry Degen: directeur van de VNG.  

Harry Degen was in zijn vrije tijd een begenadigd fotograaf, de foto’s aan de wand van zijn woonkamer getuigden daarvan. Hij was internationaal meester in de fotografie en heeft in de loop van zijn lange leven vele onderscheidingen op dit gebied ontvangen. Met recht was hij daar trots op. Ik kon mij dan ook geen beter eerbetoon aan deze zoon van Rhoon en Poortugaal voorstellen, dan dit verhaal bij een oude foto, ook al is deze foto dan niet door hemzelf genomen.  

Rhoon, 21 juli 2007   

Bert Euser  


5.6 Dia-voorstellingen

Op zaterdag 27 oktober jl. organiseerde de Oudheidkamer 2 dia-voorstellingen met als thema “Van alles wat”. Er was een serie van ca. 100 dia’s van Rhoon (een wandeling van haven tot molen) en een serie van Poortugaal (een wandeling van metro tot haven). De voorstellingen werden door ca. 70 belangstellenden bezocht, die erg enthousiast waren. Er zijn daarom al plannen voor een dia-voorstelling in het voorjaar van 2008. Houdt u dus “De Schakel” in de gaten. Daarin zullen namelijk datum en tijdstip bekend gemaakt worden.


ATTENTIE: Betaling donatie

De Stichting Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal werkt uitsluitend met vrijwilligers en ontvangt geen geldelijke subsidie van de gemeente. Om de werkzaamheden voort te kunnen zetten is de Stichting afhankelijk van vrijwillige bijdragen van particulieren en bedrijven. Nu het nieuwe jaar is begonnen, vragen wij u even na te willen zien of u uw donatie voor het jaar 2008  al heeft voldaan. Mocht dit niet het geval zijn, dan verzoeken wij u vriendelijk het bedrag van minimaal € 10,– te willen voldoen op giro 69864 t.n.v.  penningmeester St. Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal. Bij voorbaat onze hartelijke dank.  


Donateurs

De afgelopen maanden hebben wij weer een aantal nieuwe donateurs kunnen inschrijven zodat het totale aantal nu 207  bedraagt.  


Nieuwe aanwinsten

In de afgelopen maanden hebben wij van diverse mensen een groot aantal boeken gekregen.


   

Nieuwsbrief nr 5 – januari 2008